Gebeurd

De schapenfluisteraar

Dat zoonlief nog niet veel zegt, daar heb ik het al een keer over gehad. Dus de keren dat hij wél iets zegt, die noteer ik hier graag. Kwestie van er later op terug te kunnen blikken en er nog eens goed mee te kunnen lachen, want de keren dat er wél iets uitkomt, die zijn meestal zéér memorabel.

Eén van de zaken waar zoonlief zich absoluut niet mee bezighoudt, naast woordjes zeggen, zijn dierengeluiden nabootsen. Hoe vaak we alle mogelijke dierengeluiden nadoen terwijl we eindeloos door allerhande boekjes bladeren, hij weigert ze na te doen. Ja, hij heeft één keer woef gezegd tegen een paard. Dat dan weer wel. Maar afgezien daarvan nada. Nopes. Rien du tout. En het is niet dat ik me er zorgen over maak. Het is duidelijk dat Het Meneertje fijne motoriek boven taal verkiest en taal zal ongetwijfeld wel volgen wanneer de tijd er rijp voor is.

Soit. Gisteren gingen we naar de Barelhoeve, een kinderboerderij in Bornem. Het was een last minute voorstel van een vriend, maar we zagen dat helemaal zitten. Zoonlief is sowieso wel fan van alles wat met dieren te maken heeft. Hij zal zelfs zijn favoriete activiteit, eten, onderbreken als hij Vince of Nelson in de tuin ziet om er vervolgens intensief naar te wijzen en te zwaaien. Ook in de dierentuin begint hij steeds meer en meer aandacht te hebben voor de dieren, wat leuk is om te zien. Een kinderboerderij, dat leek ons dus wel wat.

We gingen binnen via één van de stallen, waar we al snel de schapen zagen. En lammetjes. Ik was helemaal in mijn nopjes, want lammetjes, dat is een trip down memory lane voor mij. Tijdens mijn jaar in IJsland deed ik een week vrijwilligerswerk op een schapenboerderij, net tijdens het lammetjesseizoen. Ik heb toen lammetjes helpen geboren worden en mocht er een aantal helpen voeden met de fles. Fijne herinneringen dus. Ieder jaar tijdens lammetjesseizoen kan je niet met mij buiten komen zonder dat ik keiluid “LAMMETJEUHS!” roep als ik ergens in een wei babyschaapjes zie. Het is sterker dan mezelf. Dus als ik de kans krijg met lammetjes de knuffelen, zijt dan maar zeker dat ik die grijp.

Terwijl ik een van de lammetjes aan het aaien was, kwam Het Meneertje naast mij staan, gefascineerd door het kleine diertje. Even verder stond er een groot schaap dat opeens van zich wilde laten horen. Een luide “meeeeeeh” weerklonk door de stal. Zoonlief keek op, zag het schaap, glimlachte en zei “meeeeeeh” terug. Een perfecte imitatie van het geluid dat het dier had geproduceerd. Alsof het de normaalste zaak van de wereld was.  Ik keek hem met open mond aan. Meneer draaide zich gewoon om en wandelde terug naar zijn papa die even verder een koe aan het aaien was. Waddefok, zoonlief?! Waddefok?!

En het gebeurde niet één keer. Nee, nee. Uiteraard niet. Toen we vertrokken, liepen we nog één keer langs de stallen en hetzelfde scenario herhaalde zich. Dus zoonlief, jij en ik moeten eens een hartig woordje wisselen, want ik heb vragen. Veel vragen. Kan je wél praten, maar kies je ervoor het niet te doen? Weet je wél hoe je dierengeluiden moet maken, maar KIES JE ERVOOR DIE ENKEL TE MAKEN WANNEER HET DIER IN KWESTIE JE AANSPREEKT?! BEN JE EEN SOORT VAN DIERENFLUISTERAAR SAVANT?! Ik zit met vragen, zoonlief. Veel vragen. Jij en ik moeten dus écht eens praten, maakt niet uit of het met woorden is of met dierengeluiden, zolang het maar niet met “da” en gebaren is, ok? Ok. Deal.

You Might Also Like

Pin It on Pinterest